Kuipplanten – Terrasplanten

Kuipplanten – Terrasplanten

Sommige planten zijn niet erg winterhard of ze verdragen zelfs helemaal geen lage temperaturen. Ze kunnen in de zomer heel goed in potten op het terras of zelfs in de volle grond staan, maar een winter met (strenge) vorst overleven ze niet. Als het planten zijn die hun blad verliezen, dan kunnen ze ’s winters soms wel in de grond blijven als je ze afdekt met een laag bladeren of stro. Soorten die hun blad houden kun je niet afdekken omdat ze licht nodig hebben. Die moeten dus echt naar binnen. Goed voorbeeld van die twee situaties vind je bij Agapanthus. Bij ons blijven de Agapanthus-soorten waarvan het blad afsterft grotendeels gewoon in de rond en dat gaat al jaren goed. De bladhoudende Agapanthussen halen we daarentegen eind oktober naar binnen.

Acnistus australis

H. 30-125 cm (afhankelijk van de snoei)
Blauw, vanaf mei-juni tot in de herfst

Prachtige kuipplant die de hele zomer blijft bloeien. Is heel makkelijk en vraagt geen bijzondere zorgen. In de lente en zomer veel water geven en regelmatig – bv. elke twee weken – bemesten. Kan ook in de volle grond gezet worden en wordt dan groter.
Acnistus bloeit met blauwe klokvormige bloemen die wel wat op de bloemen van een Brugmansia (Datura) lijken. Ze zijn kleiner, maar het zijn er ook veel meer. Na de hoofdbloei kun je wat dieper snoeien om mooie jonge scheuten te krijgen.
’s Winters binnen zetten in een koele ruimte. Omdat hij dan z’n blad verliest, hoeft er niet veel licht te zijn. Weinig water geven, maar niet helemaal laten uitdrogen. In het voorjaar naar buiten en minimaal de eerste week in de schaduw houden om aan fel licht te wennen.

Agapanthus (algemene informatie)
Agapanthussen kunnen worden verdeeld over twee groepen: bladhoudende (wintergroene) en bladverliezende soorten. Bladverliezende soorten kunnen in de winter in het donker staan, ze hebben in die tijd geen licht nodig. Laat ze dus op een vorstvrije plek in een schuur of in een kelder overwinteren. Wij laten deze bladverliezende soorten grotendeels gewoon in de grond zitten. We dekken ze af met blad en stro; dat gaat al jaren goed, ook in koude winters. De bladhoudende agapanthus-soorten hebben wel (een beetje) licht nodig; ze moeten dus ’s winters naar binnen.
Voor beide groepen geldt dat ze slecht tegen vocht kunnen. Geef daarom niet teveel water, dat kan wortelrot veroorzaken. Een droge periode wordt heel goed verdragen. Alle agapanthussen hebben wel mest nodig, zeker een paar keer in het groeiseizoen. Zonder bemesting geen bloei! Gebruik dan een meststof met weinig stikstof (laag N-getal) en veel kali (hoog K-getal); stikstof levert vooral veel blad op, kali stimuleert juist de bloei. Als je het kunt krijgen is een NPK-meststof 7-14-28 prima. Kies in elk geval voor een meststof waarin het K-getal hoger is dan het N-getal.
Geef een agapanthus een ruime pot met goede potgrond. In het eerste jaar zullen ze vaak nog niet bloeien, ze moeten zich eerst goed vestigen. Als de nieuwe pot ook te klein is geworden kun je de plant een grotere pot geven of de pol in stukken delen. Kort de wortels dan ook iets in. Deze verplanting gaat niet te koste van de bloei.
Zet de planten pas binnen na de eerste nachtvorst (tot 5 graden vorst kunnen ze wel verdragen). Die koude is nodig voor de bloemzetting in het volgende seizoen.

 

Agapanthus sp. 30

Hoog ca. 30 cm, bloei in juli, zonnig. Bladhoudend.
Van deze soort weten we niet de exacte naam. De plant doet het goed in een kuip op het terras.
Bij ons staat deze bladhoudende Agapanthus in de zomer in de volle grond, maar ’s winters zetten we hem in een pot.

 

 

Agapanthus sp 70
Afrikaanse lelie (hoog, blauw) Bladverliezend.

H. ca. 70 cm. Lichtblauw in juli. Zonnig.
Deze varieteit waarvan we niet de exacte cultivarnaam weten, staat bij ons al jaren in de volle grond. We dekken de planten in de late herfst af met blad of stro. Een opgepotte plant kan met pot en al binnen gezet worden om daar vorstvrij te overwinteren. De bladeren sterven af en de pot mag dus in het donker staan.

 

Agapanthus ‘Ethel’s Joy’
Afrikaanse lelie

H. 60 cm, bloei juli-aug. Zonnig. Bladhoudend.

De bloemen van deze variëteit zijn lichtblauw met over het midden in de lengte van elk bloemblad een donkerblauwe streep. Sterk, wordt snel een grote pol en kan dan makkelijk weer gedeeld worden.

Agapanthus ‘Polar Ice’
Afrikaanse lelie

H. ca. 60 cm. Wit in juli-aug. Bladverliezend
Bladverliezende agapanthus met zuiver witte bloemen. Voor algemene informatie over agapanthus zie hierboven en ook HIER

Agapanthus ‘Shooting Stars’
Afrikaanse lelie

Hoog ca. 60 cm, bloei in juni-aug. Zonnig. Bladverliezend.
Agapanthus met tweekleurige bloemen. In de knop zijn ze ivoorkleurig, als ze open zijn worden ze wit en hebben ze een blauwe basis.

 

Agapanthus ‘Silver Baby’
Afrikaanse lelie

Hoog ca. 40 cm, bloei in juni-aug. Zonnig.
Dit is een compacte soort die ook in de winter groen blijft. De bloemen zijn wit met een lichtblauwe zweem.

 

 

 

Bulbine frutescens
Geelkatstert

H. 30-50 cm. Oranje-geel, bloeit de hele zomer tot oktober. Volle zon.

 

 

 

 

 

 

Deze vetplant komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika waar hij ‘geelkatstert’ (gele kattenstaart) wordt genoemd. De bladeren zijn smal en dik, daar bovenuit steken lange stengels met oranje-gele bloemen. Hij bloeit de hele zomer en die bloei wordt nog rijker als de uitgebloeide bloemstelen worden weggeknipt. De plant groeit heel makkelijk en heeft weinig water nodig. Kan in de zomer ook in de volle rond staan, er is een mooie combinatie te maken met lage agapanthus. Niet winterhard, dus voor de nachtvorst binnen zetten op een lichte, koele plek.

 Crassula ovata
Jadeplant, dubbeltjesplant

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze Crassula is inheems in o.a. Zuid-Afrika. Daar groeit hij op plaatsen waar weinig regen valt en dat ook nog onregelmatig. De plant heeft zich daaraan aangepast door dikke bladeren te ontwikkelen die veel en lang vocht kunnen vasthouden. Bij ons is het een kamerplant waar je nauwelijks naar hoeft om te kijken en die het eigenlijk altijd doet. Licht of wat minder licht, warm of koud, alles is goed. Na verloop van tijd wordt hij wel wat groter, maar als dat niet past kun je hem tot de grond toe afsnijden. Hij loopt dan gewoon weer uit en je krijgt opnieuw een mooie frisse plant. Water geven eens in de maand of nog minder. In de zomer kan de plant heel goed buiten staan, het liefst in de volle zon. Pas dan alleen in de eerste week even op: laten aan fel zonlicht wennen op een plek met (half)schaduw.

Eucomis bicolor
Ananasplant, kuifhyacint

H. 40-50 cm. Bloemen geel met groenwitte bloemen in de zomer. Zon tot halfschaduw
Ananasplant is een bolgewas. De bollen kunnen in een (grote) pot worden geplant of in de volle grond. Een groepje bij elkaar is heel mooi. Ze zijn niet helemaal winterhard. Het is dus beter om ze ’s winters naar binnen te doen, zeker als ze in een pot zitten. Ze kunnen droog en donker worden bewaard. In april kun je ze weer terugplanten.
De bloem lijkt wel wat op een ananas, vandaar de Nederlandse naam. Eigenlijk is het een soort kolf met veel kleine bloemen. Die zijn groenwit met paarse randen en de bloeiwijze ziet er wat exotisch uit. Na de bloei komen er zaden en lijkt het of de bloei nog doorgaat.

Rhodohypoxis
Sterretjesgras

H. 15-20 cm. Rood, roze of wit. Bloeit de hele zomer. Zon.

Rhodohypoxis – eigenlijk is er niet een echte Nederlandse naam voor – zijn planten afkomstig uit de bergen van Zuidelijk Afrika. Ze hebben kleine wortelstokken of knollen waarmee ze overwinteren. Bij ons kunnen ze in de volle grond of in potten staan. Ze zijn goed in bloei te krijgen en bloeien de hele zomer als je je aan een paar eenvoudige regels houdt: In de zomer hebben ze veel vocht en ook wat voedsel nodig. Dan dus regelmatig water geven en niet laten uitdrogen. Vanaf oktober echter droog houden en als het loof afgestorven is, laten overwinteren op een koele, droge plek bv. onder een afdak. Dan kunnen ze ook vrij goed vorst verdragen. Midden april verplanten in goede potgrond.
Een echte blikvanger als ze in een mooie pot op een tuintafel staan!

Tamarillo
Boomtomaat

Een bijzondere plant! Oorspronkelijk groeit de boomtomaat in Zuid-Amerika en de wetenschappelijke naam is eigenlijk Cyphomandra betacea  of Solanum betacea. De plant heeft zachte takken, grote bladeren en geel-, paars- of oranjekleurige vruchten die op tomaten lijken. In Nieuw-Zeeland worden boomtomaten gekweekt voor de vruchten en daar is de naam Tamarillo bedacht: een combinatie van tomato en amarillo (geel). De plant bloeit in de zomer en daarna komen de vruchten. Die zijn glanzend groen in de zomer en rijpen in de winter. De huid om de vrucht is bitter, je kunt hem beter eten door de ’tomaat’ als een kiwi uit te lepelen.
Onze tamarillo’s staan in een grote pot en worden in de zomer wel 3 meter hoog. Je kunt ze echter makkelijk kleiner houden of na het seizoen flink terugsnoeien zodat ze in de winter naar binnen kunnen. Dat moet, want de boomtomaat is niet winterhard. Overwinteren gebeurt bij ons trouwens in een schuur die vrij donker is en niet verwarmd. Het blad valt er grotendeels af, maar de vruchten worden rijp. Ze kunnen dus wel wat aan, houd ze echter wel vrij droog.
Elk jaar hebben we een aantal stekken of gezaaide planten. Gewoon eens proberen.